De tafel van vijf en een half

Als schoolmeester heb ik een aantal jaren groep vier gehad. Het speciale van deze leeftijdsgroep was vooral het leren van de tafels één t/m twaalf. Nog steeds gaat dat vaak ‘stampend’, soms ook hardop met de hele groep tegelijk. Zo kregen of krijgen juffen en meesters naar mijn weten nog steeds de tafels in de kinderhoofdjes. Vaak krijgen de kinderen dan een tafeldiploma, en in de klas hangt of hing vaak een schema, met achter elke naam twaalf hokjes met ruimte voor 12 stickers voor elke beheerste tafel.

Voor sommige kinderen waren de tafels een ‘hel.’ Hoe hard ze hun best ook deden, ze kregen sommige tafels er maar niet in. Vooral die van zeven was een struikelblok, daarentegen waren die van één en tien dan weer makkelijk. Mijn doel was wel altijd om alle kinderen een succes ervaring te laten beleven. Op de basisschool géén tafeldiploma krijgen is namelijk iets wat kan verworden tot een levenslang trauma. Soms moest ik daarbij een beetje smokkelen of kinderen er door trekken. De verschillen waren groot. Uiteraard waren ook kinderen die het zo snel door hadden, dat ze zelf om méér vroegen. Voor hen had ik de tafel van 13 paraat, of die van vijf en een half.

“Wat dit alles te maken heeft met de gokkelarij? Wel, stress. Vaak gokte ik de studiestress van me af. Door te gokken, vergat ik alles en zelfs dat nare onderbuikgevoel van opeens te moeten presteren onder tijds- en studiedruk. ”Feite Hofman

De tafel van vijf en een half is namelijk onontbeerlijk voor de middelbare school en verder. Immers: gemiddeld een vijf en een half is afgerond een zes en dus voldoende. Het werd the story of my life, deze tafel. Zeker tijdens m’n eindexamens, maar ook later op de PABO heb ik ‘m vaak mogen toepassen. Vandaar dat ik ‘m later als schoolmeester zelf op verzoek aanbood aan de kinderen.

Vorige week legde ik een trainers theorie-examen af. 130 pagina’s leerstof werd beoordeeld in 20 meerkeuzevragen, waarvan er 14 goed moesten zijn. Wachtend op de uitslag in het examencentrum te Nieuwegein, lurkte ik met een mede-kandidate aan een kop koffie. Daar kwam de mail.

Ik had er precies veertien goed, wat gelijk stond aan een zes en dus voldoende was. Mijn collega had een negen, verschil moet er zijn. Het bleek dat het ook niet mogelijk was geweest om een vijf en een half te halen, het konden alleen hele cijfers worden. Vandaar mijn iets te hoge cijfer.

Wat dit alles te maken heeft met de gokkelarij? Wel, stress. Vaak gokte ik de studiestress van me af. Door te gokken, vergat ik alles en zelfs dat nare onderbuikgevoel van opeens te moeten presteren onder tijds- en studiedruk. De studie en stress factoren waren de afgelopen week bijzonder hoog. Toch heb ik geen moment aandrang gevoeld te gaan gokken. Dass war einmal. Nu heb ik ‘gewoon’ geklaagd, gezucht, gesteund en bovenal me uitgesproken. Geen cool nepgedrag, maar gewoon het van de daken geschreeuwd. Tot vrouw en kinderenlief er helemaal gek van werden. Maar nu zijn ze trots en ik ook.

Geef een antwoord