Abdel.
Nee, dat is niet zijn echte naam, natuurlijk niet. Ook in de groep Arnhem zijn we strikt anoniem. Bijna durf ik hier op dit podium wél zijn echte naam te gebruiken, omdat Abdel maar één keer de groep anonieme gokkers bezocht heeft. Eigenlijk maar een halve keer, want in de pauze halverwege verliet hij ook de groep. Vriendelijk glimlachend meldde hij nog een afspraak te hebben waar hij niet aan gedacht had.
“Ik trok dat compleet niet” zei hij. “Maar ik wil wel graag praten, kan dat niet één op één?”
“Een ééndagsvlieg,” dacht ik nog. Best vaak zijn er “ééndagsvliegen” bij de groep en ik begrijp dat ook wel. Je hebt de moed gevat om te bellen, anoniem, en vervolgens naar het adres van de AGOG te komen. Daar ontmoet je allemaal gokkers die gestopt zijn, en je hoort hun voornamen en vervolgens verhalen. Doodeng, als je er over nadenkt. Toch ben je op zoek naar de sleutel, het geheim om jouw gokken te stoppen. Tegelijkertijd is dat het liefste wat je doet, maar je weet dat het je alleen maar ellende gebracht heeft. Ergens in de loop van de avond is dan, wellicht door een paniekgevoel, de gedachte “ik wil hier weg” ontstaan. Zo logisch als wat. Veel eerste afspraken komen sowieso niet opdagen, écht, dat gebeurt regelmatig. Het is ook nog al wat, om te erkennen dat je niet met gokken overweg kunt en je dan aan te sluiten bij de Anonieme Gokkers.
Maar goed, Abdel heet in het echt dus anders en vertrok na een halve avond Anonieme Gokkers. De dag erna appte hij me, of we konden bellen, en even later sprak ik hem. “Ik trok dat compleet niet” zei hij. “Maar ik wil wel graag praten, kan dat niet één op één?”
Inmiddels zijn we twee jaar verder inclusief pandemie, en ik spreek Abdel zo’n twee, drie keer per maand, op afspraak. Abdel wilde dat de lockdown nóóit zou stoppen, want de casino’s en gokhallen waren dicht. “Nu kan ik gewoon niet naar binnen en rijd ik er fluitend langs!” zei hij.
Met internetgokken heeft Abdel niets, hij kijkt er niet eens na. De reclames laten hem koud.
Hij is er nog niet en het is nog een wankel evenwicht, maar hij begint er nu óók zelf op te vertrouwen dat het ooit lukken gaat, dat stoppen met gokken.
“Het enige dat ik wil Feite, is af en toe met vijfhonderd euro achter twee kasten zitten en helemaal los gaan. Alleen als ik daarmee bezig ben, wordt het meestal vier keer zoveel en vergeet ik alles om me heen. Daardoor kom ik te laat, doe ik m’n werk minder én mijn vrouw weet daar niets van.”
In de loop van de tijd heb ik Abdel beter leren kennen. Zelfstandig ondernemer met twee eigen winkels, waar af en toe restpartijen contant worden verkocht. Dat is zijn ’zwarte’ contant-stroom, waardoor ook niemand merkt dat hij gokt.
Stapje voor stapje komt hij dichterbij écht stoppen. Laatst vertelde hij in een gesprek dat hij m’n advies had opgevolgd, en het cashgeld van de restpartijen nu via een collega ‘wit’ in z’n bedrijf laat stromen. Hij heeft eigenlijk z’n geheime geldbron nu openlijk bij een collega neergelegd. Deze achterdeur is dus gesloten.
”Ik ben vrij Feite, nu ik kan niet meer,” sprak hij bijna juichend.
Ik ben trots op Abdel. Het is wéér een stap. Hij is er nog niet en het is nog een wankel evenwicht, maar hij begint er nu óók zelf op te vertrouwen dat het ooit lukken gaat, dat stoppen met gokken.