Groningen

Op kamers, in Groningen, ging het qua gokken pas écht mis met me. We schrijven 1989 en begin jaren negentig. Als piep-studentje opeens verantwoordelijk voor kamerhuur, inkomsten en verantwoord uitgavenbeleid. Duh. Niets van dat alles. Met een kamer uiteindelijk in de Peperstraat, schuin boven de Warhol, zat ik op loopafstand van het Holland-Casino aan het Kattendiep en bij Magic- City in de Poelestraat. Dat moest wel mis gaan en dat ging het ook.

Studentenpsycholoog

Via een foldertje (hoezo internet? – Dat bestond nog niet!) vond ik een studentenpsycholoog. Dat
hielp niet veel want ik liet alles behalve het achterste van m’n tong zien daar. Ik vond een
zelfhulpgroep. Deze zat in Zwolle, niet echt handig vanuit Groningen. Maar goddank was daar de
studenten-OV-kaart. Dus ging ik.

“Dat moest wel mis gaan en dat ging het ook.” Feite Hofman

Met de trein vanuit Groningen naar Zwolle, ik denk op een dinsdag of woensdagavond. Niemand wist dat ik ging, want ik praatte toen met niemand over m’n gokprobleem. Ergens diep van binnen vond ik dat ik dat niet had. Maar ik had wel de stap naar die studentenpsycholoog gezet. Maar eigenlijk was vooral m’n banksaldo m’n motivatie, denk ik met terugwerkende kracht. Niet m’n gokprobleem. Daar wilde ik eigenlijk niets van weten.

Daar ging het: station Haren, station Assen, station Beilen… en uiteindelijk Zwolle. Ik had een adres, meer niet. Mobiele telefoon? Het was er nog niet. Uiteindelijk vond ik het adres, en vraag me nu niet hoe. Ik kwam er, en mocht naar binnen. Mijn allereerste kennismaking met iets van ‘anonieme gokkers’. En het was vreselijk.

Pasjes inleveren

Ze zeiden me m’n pasjes in te leveren bij familie of vrienden. Daar haakte ik haast al af. Aan wie dan? Want ik kon dat nóóit aan iemand vertellen toch? Maar ik sprak er ja en amen. ‘Ja, ik geef dat af aan iemand’, ik hoor het mezelf nóg zeggen. Een week later ben ik weer geweest. Weer die ommelandse reis. Maar op de weg erheen wist ik al dat dit de laatste keer zou zijn. Ik ga niemand vertellen dat ik m’n uitwonende beurs én meer constant in gokautomaten flikkerde. Dergelijk abnormaal gedrag hoort niet bij mij. Dat doen verslaafden. Ik niet, ben je mal…..maar waarom ging ik dan toch?

“Ik had toen de bodem nog niet geraakt, en zag ergens nog een uitweg om het op eigen kracht te doen.”Feite Hofman

Met terugwerkende kracht begrijp ik mezelf nu beter. Ik had toen de bodem nog niet geraakt en zag ergens nog een uitweg om het op eigen kracht te doen. Kijkend naar het vervolg, klopte dat bepaald niet. Er ging nog een jaar of 20 van gokken overheen. De schaamte en het onbegrip waren nog té groot.

Maar terugkijken heeft ook niet heel veel zin. Het is gegaan zoals het gegaan is. Er zouden nog een opname in een psychiatrisch ziekenhuis, zelfhulpgroepen in Rotterdam, fraude op een basisschool, en de AGOG Arnhem volgen, in een jaar of twintig daarna.

Kennis

Deze ervaringskennis gebruik ik nu. Als trainer van verslavingspreventietrainingen, als gespreksbegeleider van de AGOG groepen, als extra ogen op het preventiebeleid van gokbedrijven. Als adviseur. Hier bestaat geen opleiding voor, behalve die van ‘het leven.’ Wilt u deze opleiding ook volgen? Dat kan. Wel is het een dure, ook in emotionele zin. Ik raad deze u dan ook niet aan. Gok maar gewoon niet, dan kom je ook niet in deze verslavingsfuik terecht, al geldt dat gelukkig niet voor iedereen.

Geef een antwoord